Thuishulp moet anders

De gemeenten in Noord-Limburg willen de hulp in de huishouding anders gaan organiseren. Daarom willen ze vanaf volgend jaar een aantal voorwaarden gaan stellen aan instellingen die deze zorg leveren, zoals de Zorggroep en Proteion.

Per 1 januari verlopen de huidige contracten en gaan de gemeenten de hulp in de huishouding opnieuw aanbesteden. Daarbij stellen ze als voorwaarde dat er een duidelijker onderscheid komt tussen een poetshulp en medewerkers die hoger gekwalificeerd zijn en bijvoorbeeld ook een signaleringsfunctie hebben of steunkousen aan mogen trekken. „Nu is dat onderscheid er nauwelijks met als gevolg dat vaak te hoog gekwalificeerd personeel ingezet wordt”, verduidelijkt welzijnswethouder Raf Janssen van Peel en Maas. „Dat maakt de zorg onnodig duur.” Hij benadrukt dat mensen die daarvoor geïndiceerd zijn gewoon de ‘uitgebreidere’ hulp krijgen. „Maar waar louter gepoetst hoeft te worden, hoeft geen thuishulp over de vloer te komen die hoger is gekwalificeerd.” Daarnaast willen de gemeenten zich niet meer vastleggen op het aantal af te nemen uren.

Dat heeft te maken met een andere invulling van de WMO, waarmee Peel en Maas al bezig is. Janssen wil ‘sociale coöperaties’ in de dorpen opzetten die taken overnemen die nu door de huishoudelijke hulp worden verricht. „Je kunt bijvoorbeeld denken aan een centrale wasvoorziening waar ouderen die zelf hun was niet meer kunnen doen met hun wasgoed terecht kunnen. Ook voor koken of boodschappen doen zou je zo’n coöperatie op kunnen zetten. Dat betekent minder uren voor een hulp in de huishouding.” Janssen benadrukt dat het hem niet in eerste instantie om bezuinigen gaat, hoewel dat wel nodig is om deze zorg betaalbaar te houden. „Mij gaat het vooral om het sociale aspect. Dat mensen weer wat voor elkaar over hebben. Het is eigenlijk toch van de zotte dat iemand uit Blerick moet komen om een mevrouw in Grashoek een paar steunkousen aan te trekken. Peel en Maas geeft jaarlijks vier miljoen uit aan hulp in de huishouding. Dat kan goedkoper en tegelijkertijd beter.”

 

Bron: Dagblad de Limburger